Veertien

We leven 9 januari 2007. Het is 14 graden buiten. Ik heb al 2 sneeuwklokjes gezien en 1 bloeiende fluitekruid.
De verstokte rokers die buiten mijn werkgebouw moeten staan te roken, doen dat zonder jas aan, in hun hemdsmouwen.Ze horen de vogels niet die al lentegeluiden produceren, noch de roffel van de bonte specht, vlak voor hun neus.

Gaat dit wel goed? Zijn er geen planten die alleen maar bloeien als ze wat kou hebben ontbeerd? In ieder geval smaakt de boerenkool me niet meer, daar moet de vorst overheen om een pittig smaakje te geven.

Zijn de eieren van de slakken wel doodgevroren? Nee, dus krijgen we in het voorjaar een ware slakkenplaag.

Welke muggen overleven het? Op TV zag ik nog rondvliegende bijen. Volgens de Immenhof gaat het niet goed met de bijenvolken: door de regen houden de bijen het niet droog en gaat alles schimmelen. Als de bijen vliegen, kunnen ze dan wel genoeg voedsel vinden om genoeg te kunnen bewegen en hun kast droog te stoken?

En wat moet de tuinierder? Al het blad weghalen, omdat we dan de krokusjes zo leuk zien? Met het gevaar dat het in februari even heel heftig gaat vriezen en we dan alles kwijt zijn? Als niet alles al verrot is door die regen. En de regen komt weer van de warme oceanen, die nog lang niet afgekoeld zijn. Het is nu in Nederland net zo warm als in Noord-Spanje. Hoe tuinieren ze eigenlijk in Spanje? Met die mooie tuien van Grenada en Alhambra.

Vragen, vragen en nog eens vragen. We komen er wel achter. Als de dijken zijn ingestort omdat de oceanen te hoog staan. Ik ga alvast een terp bouwen. En die kas, die verkoop ik. Op Marktplaats.nl. Toch niet meer nodig.