Tuinieren en sport

Ik ben het helemaal eens met de columniste in de laatste uitgave van mijn lijfblad: het is diepbedroevend hoe artsen, fysiotherapeuten, sportdeskundigen tegenover tuinieren staan:

“Doe je aan sport”, vraagt zo iemand. “Nee, ik tuinier en flink ook”. Hoon is je deel. Tuinieren telt niet mee, is geen sport, want: geen competitiedrang, geen samenspel met andere beoefenaars en geen goede werking op spieren hart en bloedvaten.
HoHo: wat maakt het uit of er geen competitie is? Wat maakt het uit of je het niet samen doet? (Al kan je tegen beide heel veel tegenargumenten geven.) Het enig wat telt is dat tuinieren goed is voor je lijf. En niet zo’n beetje maar heel veel.

Ik kan ff op internet de mooie Latijnse namen van spieren zoeken om meer impact te krijgen, maar zo in het Nederlands is het ook indrukwekkend:
Ik gebruik mijn bovenarmspieren behoorlijk bij het schoffelen.
Mijn kuit-, bil- en bovenbeenspieren bij het wieden.
Ik buk wel 20x per minuut bij het stapelen der stenen.
Ik reik met mijn rug en armen naar de takken die ik moet snoeien.

Ooit zei een fysiotherapeutische studente: “tuinieren, dat is repeterend werk”. Ammehoela. Het is zeer gevarieerd, en zeer intensief. Niet voor niets laten alle staatjes zien dat je het meeste calorieën per uur verbruikt met tuinieren, meer dan met sporten, fietsen, wandelen. Bovendien doe je het altijd in de buitenlucht, en dat kan je niet van alle sporten zeggen.

Waarom altijd zo denigrerend over tuinieren? Ik weet het: het is een imagoprobleem. Het beeld van tuinieren is: voor vutters, lekker op je gemak, een hobby en verder niks om het lijf.
Het wordt hoog tijd dat daar eens tegenin gegaan wordt. Ik pleit voor een imagocampagne. Laten de tuinverenigingen, tuinbladen, brancheorganisaties ed. de handen ineen slaan en aankloppen bij het ministerie van gezondheid en welzijn (of hoe dat onderhand heet) Subsidie aanvragen bij Brussel en dan:
1. Een onderzoeksopdracht uitzetten bij een universiteit om te onderzoeken wat tuinieren doet voor je gezondheid en welzijn
2. Een gerenommeerd reclamebureau inhuren om met die onderzoeksuitkomsten in de hand twee campagnes te bedenken,
3. Nl. ten eerste voor de gezondheidswerkers: huisartsen, cardiologen, fysiotherapeuten e.d. een of meerdere congressen over de heilzaamheid, op gezondheids- en economisch- gebied van het tuinieren. Zeker in een vergrijzende maatschappij.
4. Ten tweede een publiekscampagne met bv billboards op de NS-stations, spotjes in de reclameblokken om de consument het tuinieren tussen de oren te krijgen.

Nederland schijnt meer tuinen te krijgen. Kan je gebruiken, toch?